Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kaffer:
    • Wiktionary:
      kaffer → Kaffer
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Kaffer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor kaffer (Duits) in het Zweeds

Kaffer:

Kaffer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kaffer (Heini; Provinzler)
    upptjäftig person

Vertaal Matrix voor Kaffer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
upptjäftig person Heini; Kaffer; Provinzler

Wiktionary: Kaffer

Kaffer
noun
  1. umgangssprachlich; Schimpfwort: Person, die (aus Sicht des verärgerten Sprechers) blöd, dumm, ungebildet oder dergleichen ist
  2. in Südafrika früher gebräuchlich: ein Angehöriger eines bestimmten Stammes der Bantu

Cross Translation:
FromToVia
Kaffer svarting; nigger; neger nigger — negro person