Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: besittning

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: besittning

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

besittning:
- Eigentum; Besitz; Besitztum; Teil des Staates
Wiktionary:
- besittning → Besitz

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor besittning (Zweeds) in het Duits

besittning:

besittning [-en] zelfstandig naamwoord

besittning (egendom)
Eigentum; der Besitz; Besitztum
- Eigentum [das ~] zelfstandig naamwoord
- Besitz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Besitztum [das ~] zelfstandig naamwoord
besittning (välde; område; rike)
der Teil des Staates
- Teil des Staates [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor besittning:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Besitz	besittning; egendom	balans; behållning; bokslut; möbler och husgeråd; saldo; ägarskap
Besitztum	besittning; egendom	balans; behållning; bokslut; egendommar; möbler och husgeråd; saldo; tillgångar
Eigentum	besittning; egendom	balans; behållning; bokslut; egendommar; möbler och husgeråd; saldo; tillgångar
Teil des Staates	besittning; område; rike; välde
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Besitz		Ägarskap

Synoniemen voor "besittning":

innehav

Wiktionary: besittning

besittning

noun

(umgangssprachlich) das gesamte Eigentum einer Person
- Besitz → egendom; besittning
(umgangssprachlich) Eigentum
- Besitz → besittning
Recht: tatsächliche Sachherrschaft
- Besitz → besittning

Verwante vertalingen van besittning