Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: major

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: major

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

major:
- dur; majeur
- Major; Oberfeldwebel
Wiktionary:
- major → Major

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Major:
- major; senior; äldsta
Wiktionary:
- Major → major

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor major (Zweeds) in het Duits

major:

major bijvoeglijk naamwoord

major
dur; majeur
- dur bijvoeglijk naamwoord
- majeur bijvoeglijk naamwoord

major [-en] zelfstandig naamwoord

major
der Major; der Oberfeldwebel
- Major [der ~] zelfstandig naamwoord
- Oberfeldwebel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor major:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Major	major	senior; äldsta
Oberfeldwebel	major	hög polistjänsteman; senior; äldsta
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dur	major
majeur	major

Wiktionary: major

major

noun

Militär, kein Plural: Dienstgrad eines Soldaten zwischen dem Stabshauptmann und Oberstleutnant
- Major → major

Verwante vertalingen van major

major domus

Duits

Uitgebreide vertaling voor major (Duits) in het Zweeds

Major:

Major [der ~] zelfstandig naamwoord

der Major (Oberfeldwebel)
major
- major [-en] zelfstandig naamwoord
der Major (Älteste; Senior; Oberfeldwebel; Altmeister; Ältere)
senior; äldsta
- senior [-en] zelfstandig naamwoord
- äldsta zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Major:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
major	Major; Oberfeldwebel
senior	Altmeister; Major; Oberfeldwebel; Senior; Ältere; Älteste
äldsta	Altmeister; Major; Oberfeldwebel; Senior; Ältere; Älteste
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
major		dur; majeur

Wiktionary: Major

Major

noun

Militär, kein Plural: Dienstgrad eines Soldaten zwischen dem Stabshauptmann und Oberstleutnant
- Major → major