Zweeds
Uitgebreide vertaling voor belägen (Zweeds) in het Duits
belägen:
Vertaal Matrix voor belägen:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
belegt | belägen |
Wiktionary: belägen
belägen
adjective
-
in der Bedeutung von liegen: einen Ort einnehmend, befindlich
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van belägen
Duits
Uitgebreide vertaling voor belägen (Duits) in het Zweeds
belägen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Übel: klagomål; sjukdom; sår; ont ställe; fel; defekt; olägenhet; brist; last; åkomma; krämpa; oreda; oordning
- Gen: gen
- übel: sjukligt; äcklandet; äcklande; elakt; ondskefull; illvillig; ondskefullt; illvilligt; dum; dåligt; otrevlig; dumt; otrevligt; som har mens; elak; falsk; lågt; falskt; uppretad; uppretat; med onda avsikter
Computer vertaling door derden: