Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. intag:
  2. intåg:
  3. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor intåg (Zweeds) in het Duits

intag:

intag [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. intag (påfyllning; intagning; tillförsel)
    die Aufnahme
    • Aufnahme [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor intag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufnahme intag; intagning; påfyllning; tillförsel absorbering; acceptation; foto; fotografi; kort; lättnad; uppsugning

Wiktionary: intag

intag
noun
  1. Aufnahme von Ess-, Rauch- oder Trinkbarem
  2. Medizin: Einleitung eines Stoffes in einen Körper

intåg:

intåg [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. intåg (invasion; räd)
    der Einfall; die Invasion
    • Einfall [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Invasion [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. intåg (inträde; ingång)
    Einkommen
  3. intåg (inträde; ingång)
    die Einfahrt
    • Einfahrt [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor intåg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Einfahrt ingång; inträde; intåg ingång; inslidande; vagnsinfart
Einfall intåg; invasion; räd idé; impuls; inblick; infall; intuition; nyck; polisinfall; tanke; vision; åsikt
Einkommen ingång; inträde; intåg ankomst; avgift; avlöning; belöning; betalning; entré; frukten av ens arbete; inkomst; insats; inträde; lön; statsinkomster
Invasion intåg; invasion; räd

Synoniemen voor "intåg":

  • inmarsch

Wiktionary: intåg


Cross Translation:
FromToVia
intåg Zutritt entrée — act of entering

Computer vertaling door derden: