Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. cockpit:
  2. Wiktionary:
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Cockpit:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor cockpit (Zweeds) in het Duits

cockpit:

cockpit

  1. cockpit
    Cockpit
    • Cockpit [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cockpit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Cockpit cockpit hytt; sittrum

Wiktionary: cockpit

cockpit
noun
  1. Flugwesen: der (vordere) Bereich eines Flugzeugs, in dem der Pilot das Flugzeug steuert
  2. Bereich eines Fahrzeugs, meist eines Flugzeugs, in dem es steuern wird



Duits

Uitgebreide vertaling voor cockpit (Duits) in het Zweeds

Cockpit:

Cockpit [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Cockpit (Kabine; Führerhaus; Führerhäuser)
    hytt; sittrum
    • hytt [-en] zelfstandig naamwoord
    • sittrum zelfstandig naamwoord
  2. Cockpit

Vertaal Matrix voor Cockpit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hytt Cockpit; Führerhaus; Führerhäuser; Kabine Kabine; Zimmerchen
sittrum Cockpit; Führerhaus; Führerhäuser; Kabine
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
cockpit Cockpit

Synoniemen voor "Cockpit":

  • Fahrersitz; Pilotenkanzel

Wiktionary: Cockpit

Cockpit
noun
  1. Bereich eines Fahrzeugs, meist eines Flugzeugs, in dem es steuern wird