Zweeds
Uitgebreide vertaling voor driva ihop (Zweeds) in het Duits
driva ihop: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- driva: fahren; steuern; lenken; verspotten; verhöhnen; spotten; auslachen; lächerlich machen; eilen; beeilen; hetzen; jagen; hasten; wetzen; genötigt sein zu; schließen; durchsetzen; antreiben; stopfen; dringen; dichten; isolieren; abdichten; andringen
- ihop: gemeinsam; zusammen; gemein; miteinander; gemeinschaftlich
Wiktionary: driva ihop
driva ihop