Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: hemland

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: hemland

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

hemland:
- Heimat; Herkunftsland; Geburtsland; Heimatland; Landschaft; Heimatboden; Land; Nation; Haus und Herd
Wiktionary:
- hemland → Inland, Heimatland, Heimat
- hemland → Heimat, Heimatland, Vaterland

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hemland (Zweeds) in het Duits

hemland:

hemland [-ett] zelfstandig naamwoord

hemland
die Heimat; Herkunftsland; Geburtsland; Heimatland; die Landschaft; der Heimatboden; Land; die Nation
- Heimat [die ~] zelfstandig naamwoord
- Herkunftsland [das ~] zelfstandig naamwoord
- Geburtsland [das ~] zelfstandig naamwoord
- Heimatland [das ~] zelfstandig naamwoord
- Landschaft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Heimatboden [der ~] zelfstandig naamwoord
- Land [das ~] zelfstandig naamwoord
- Nation [die ~] zelfstandig naamwoord
hemland
die Heimat; Haus und Herd; Heimatland; der Heimatboden
- Heimat [die ~] zelfstandig naamwoord
- Haus und Herd [das ~] zelfstandig naamwoord
- Heimatland [das ~] zelfstandig naamwoord
- Heimatboden [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hemland:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Geburtsland	hemland
Haus und Herd	hemland
Heimat	hemland	hemlands jord
Heimatboden	hemland
Heimatland	hemland
Herkunftsland	hemland
Land	hemland	land; landskap; nation
Landschaft	hemland	landskap
Nation	hemland	folk; land; nation

Synoniemen voor "hemland":

moderland; fosterland

Wiktionary: hemland

hemland

noun

Politik: das eigene Land (einer Person oder Gruppe); der Staat in dem man sich befindet, auf den man sich bezieht
- Inland → hemland
das Land, in dem man selbst geboren oder aufgewachsen ist
- Heimatland → hemland; fosterland
Ort, Gegend oder Land, woher etwas stammt, wo etwas seinen Ursprung hat
- Heimat → ursprungsland; hemland

Cross Translation:

From	To	Via
• hemland	→ Heimat	↔ home — someone’s native land
• hemland	→ Heimatland; Vaterland; Heimat	↔ home country — the country where a person was born and raised
• hemland	→ Heimatland; Heimat	↔ homeland — homeland