Nod: vertaling Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

nod:
- Knopflinie; Knoten
nöd:
- Hilfsbedürftigkeit
Wiktionary:
- nod → Nodus, Knoten
- nod → Nodium, Ecke, Knoten
- nöd → Not
- nöd → ein Freund in der Not ist ein Freund in der Tat, Notfall, Notlage, Notstand

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

nod:
Het woord nod is bekend in onze database, echter hebben wij hiervoor nog geen vertaling van duits naar zweeds.

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor nod (Zweeds) in het Duits

nod:

nod [-en] zelfstandig naamwoord

nod
die Knopflinie
- Knopflinie [die ~] zelfstandig naamwoord
nod
der Knoten
- Knoten [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nod:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Knopflinie	nod
Knoten	nod	hårknut; knut; tumör

Synoniemen voor "nod":

led

Wiktionary: nod

nod

noun

Botanik: Ansatzstelle eines oder mehrerer Blatt an der Sprossachse (deutlich verdickt bei Nelken und Gras)
- Nodus → nod
Elektronik: Verbindungsstelle von Bauelementen in der Elektrotechnik
- Knoten → nod
Physik: bei einer stehenden Welle zum Beispiel in einer Saite oder Luftsäule diejenigen Punkte, an denen die Schwingungsamplitude 0 ist ("Knoten" der stehenden Welle im Gegensatz zu den "Bäuchen" der stehenden Welle)
- Knoten → nod
Astronomie: die Schnittpunkte der Bahnen von Himmelskörpern mit einer Bezugsebene
- Knoten → nod
Botanik: Ansatzstelle der Blatt an der Sprossachse, meist verdickt
- Knoten → nod; knopp; knut

Botanik: Punkte an der Sprossachse einer Pflanze, an der es die Möglichkeit gibt, dass sich die Laubblätter einer Pflanze abzweigen
- Nodium → led; knut; nod

Cross Translation:

From	To	Via
• nod	→ Ecke; Knoten	↔ node — vertex of a graph

nöd:

nöd [-en] zelfstandig naamwoord

nöd (brist; armod; obestånd)
die Hilfsbedürftigkeit
- Hilfsbedürftigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nöd:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Hilfsbedürftigkeit	armod; brist; nöd; obestånd	armod; behövande; desperation; försakelse; hjälp; hjälplöshet; kris; nödsituation; nödvändigt; torftighet; umbärande

Synoniemen voor "nöd":

svårighet; trångmål; brist; armod; knipa

Wiktionary: nöd

nöd

noun

ein gefahrvolle, lebensbedrohliche Situation
- Not → nöd
ein seelischer Zustand der Ratlosigkeit und Hoffnungslosigkeit
- Not → nöd
ein Zustand des Mangels oder des Fehlens an Lebenswichtigem
- Not → nöd

Cross Translation:

From	To	Via
• nöd	→ ein Freund in der Not ist ein Freund in der Tat	↔ a friend in need is a friend indeed — someone who helps is a real friend
• nöd	→ Notfall; Notlage; Notstand	↔ emergency — situation requiring urgent assistance

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van nod

Duits

Uitgebreide vertaling voor nod (Duits) in het Zweeds

Computer vertaling door derden:

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: nod

Uitgebreide vertaling voor nod (Zweeds) in het Duits

nod:

nod [-en] zelfstandig naamwoord

nod

nod

Vertaal Matrix voor nod:

Synoniemen voor "nod":

Wiktionary: nod

nöd:

nöd [-en] zelfstandig naamwoord

nöd (brist; armod; obestånd)

Vertaal Matrix voor nöd:

Synoniemen voor "nöd":

Wiktionary: nöd

Verwante vertalingen van nod

Uitgebreide vertaling voor nod (Duits) in het Zweeds