Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kuratel:
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Kuratel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor kuratel (Duits) in het Zweeds

Kuratel:

Kuratel [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Kuratel (Vormundschaft)
    vård; uppsikt; förmynderskap

Vertaal Matrix voor Kuratel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förmynderskap Kuratel; Vormundschaft
uppsikt Kuratel; Vormundschaft Administration; Beaufsichtigung; Bewachung; Kontrolle; Supervision; Verwaltung
vård Kuratel; Vormundschaft Administration; Betreuung; Einrichtung; Fürsorge; Kontrolle; Krankenpflege; Pflege; Sorge; Versorgung; Verwaltung

Synoniemen voor "Kuratel":


Wiktionary: Kuratel

Kuratel
noun
  1. Ausübung von Aufsicht, Herrschaft, Macht
  2. veraltet für: Sachwalterschaft, Vormundschaft, Pflegschaft; im österreichischen ABGB noch neben Sachwalterschaft verwendet