Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. gördel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor gördel (Zweeds) in het Duits

gördel:

gördel [-en] zelfstandig naamwoord

  1. gördel (höfthållare)
    der Gürtel; der Gurt; der Riemen; die Leine
    • Gürtel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gurt [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Riemen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Leine [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. gördel (bälte; skärp)
    der Gürtel; der Riemen; der Gurt
    • Gürtel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Riemen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gurt [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gördel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gurt bälte; gördel; höfthållare; skärp säkerhetsbälte; tygel
Gürtel bälte; gördel; höfthållare; skärp skärp; tygel
Leine gördel; höfthållare halsband; hundhalsband; koppel; led; lina; rad; rep; rynka; räcka; snöre; tygel
Riemen bälte; gördel; höfthållare; skärp roddare; singel; singelskiva; skärp; tygel; åra

Synoniemen voor "gördel":


Wiktionary: gördel


Cross Translation:
FromToVia
gördel Gürtel belt — band worn around the waist
gördel Hüfthalter girdle — a belt