Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: förtrolig

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: förtrolig

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

förtrolig:
- familiär; vertraulich; intim; vertraut
Wiktionary:
- förtrolig → intim, heimelig, betulich

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor förtrolig (Zweeds) in het Duits

förtrolig:

förtrolig bijvoeglijk naamwoord

förtrolig (förtroligt; familjärt)
familiär; vertraulich
- familiär bijvoeglijk naamwoord
- vertraulich bijvoeglijk naamwoord
förtrolig (intim; intimt; innerligt; förtroligt)
intim; vertraulich; vertraut
- intim bijvoeglijk naamwoord
- vertraulich bijvoeglijk naamwoord
- vertraut bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor förtrolig:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
familiär	familjärt; förtrolig; förtroligt	familjärt; invand; otvungen; otvunget; välbekant
intim	förtrolig; förtroligt; innerligt; intim; intimt	konfidentiell; konfidentiellt; privat
vertraulich	familjärt; förtrolig; förtroligt; innerligt; intim; intimt	konfidentiell; konfidentiellt; privat
vertraut	förtrolig; förtroligt; innerligt; intim; intimt	konfidentiell; konfidentiellt; privat

Wiktionary: förtrolig

förtrolig

adjective

vertraut, eng verbunden, innerst, innerlichst
- intim → förtrogen; intim; nära; förtrolig
Zutrauen habend, anhänglich
- heimelig → förtrolig
so wie man (als Frau) mit einem Kind umgeht
- betulich → förtrolig