Overzicht
Zweeds naar Duits: Meer gegevens...
- elegant:
-
Wiktionary:
- elegant → elegant, zierlich, reizend, graziös, ansprechend, anmutig, anstandslos, würdevoll
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- elegant:
- Wiktionary:
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor elegant (Zweeds) in het Duits
elegant:
-
elegant (smakfullt; stilig)
elegant; geschmacksvoll; stilvoll; gepflegt; ansehnlich; grazil; anmutig; apart; galant; graziös; fein; geschmeidig-
elegant bijvoeglijk naamwoord
-
geschmacksvoll bijvoeglijk naamwoord
-
stilvoll bijvoeglijk naamwoord
-
gepflegt bijvoeglijk naamwoord
-
ansehnlich bijvoeglijk naamwoord
-
grazil bijvoeglijk naamwoord
-
anmutig bijvoeglijk naamwoord
-
apart bijvoeglijk naamwoord
-
galant bijvoeglijk naamwoord
-
graziös bijvoeglijk naamwoord
-
fein bijvoeglijk naamwoord
-
geschmeidig bijvoeglijk naamwoord
-
-
elegant (smakfullt; stilig)
stilvoll; geschmacksvoll; stattlich; fein; geschmeidig; graziös; schick; elegant; anmutig; grazil-
stilvoll bijvoeglijk naamwoord
-
geschmacksvoll bijvoeglijk naamwoord
-
stattlich bijvoeglijk naamwoord
-
fein bijvoeglijk naamwoord
-
geschmeidig bijvoeglijk naamwoord
-
graziös bijvoeglijk naamwoord
-
schick bijvoeglijk naamwoord
-
elegant bijvoeglijk naamwoord
-
anmutig bijvoeglijk naamwoord
-
grazil bijvoeglijk naamwoord
-
-
elegant
-
elegant (smakfullt)
fein; schik; geschmackvoll-
fein bijvoeglijk naamwoord
-
schik bijvoeglijk naamwoord
-
geschmackvoll bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor elegant:
Synoniemen voor "elegant":
Wiktionary: elegant
elegant
Cross Translation:
-
auf gewandte, geschickte Weise
-
kultiviert
-
modisch, geschmackvoll gekleidet
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• elegant | → zierlich; reizend; graziös; elegant; ansprechend; anmutig | ↔ graceful — showing grace |
• elegant | → anmutig; elegant; anstandslos; graziös; würdevoll | ↔ gracefully — in a graceful manner |
Duits
Uitgebreide vertaling voor elegant (Duits) in het Zweeds
elegant:
-
elegant (geschmacksvoll; stilvoll; gepflegt; ansehnlich; grazil; anmutig; apart; galant; graziös; fein; geschmeidig)
-
elegant (herrschaftlich; vornehm; stattlich; würdevoll; ansehnlich; königlich; schick; herrlich; wert; gehoben; würdig; illuster; hocherhaben; erhaben)
distingerat; ansett; högt uppsatt; framstående-
distingerat bijvoeglijk naamwoord
-
ansett bijvoeglijk naamwoord
-
högt uppsatt bijvoeglijk naamwoord
-
framstående bijvoeglijk naamwoord
-
-
elegant (graziös; hübsch; fein; anmutig; schick; edel; geschmeidig; hold; reizend; lieblich; zierlich; entzückend; verschmitzt; galant; grazil)
-
elegant (schick)
-
elegant (dekorativ; gutaussehend; schön; fein; attraktiv)
dekorativt; prydlig; prydligt; dekorativ; ornamentalt-
dekorativt bijvoeglijk naamwoord
-
prydlig bijvoeglijk naamwoord
-
prydligt bijvoeglijk naamwoord
-
dekorativ bijvoeglijk naamwoord
-
ornamentalt bijvoeglijk naamwoord
-
-
elegant (gekleidet; angezogen; angetan; piekfein; hübsch; gepflegt; schick; korrekt)
-
elegant (feierlich; stattlich; königlich; herrschaftlich; gehoben; vornehm; förmlich; festlich; würdevoll; hocherhaben; herrlich; erhaben; würdig; ansehnlich)
-
elegant (fein; zierlich; geschmackvoll; schick; stattlich; ansehnlich; distinguiert)
Vertaal Matrix voor elegant:
Synoniemen voor "elegant":
Wiktionary: elegant
elegant
Cross Translation:
-
auf gewandte, geschickte Weise
- elegant → elegant
-
kultiviert
- elegant → elegant
-
modisch, geschmackvoll gekleidet
- elegant → elegant
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• elegant | → elegant; behagfull; anslående; förtjusande; tilltalende; prydlig | ↔ graceful — showing grace |
• elegant | → elegant; behagfull | ↔ gracefully — in a graceful manner |
• elegant | → snygg; flott; behändig; duktig; händig; skicklig; praktisk; tjusig | ↔ nifty — good, useful |