Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- tweeling:
-
Wiktionary:
- tweeling → tvillingar
- tweeling → tvilling
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor tweeling (Nederlands) in het Zweeds
tweeling:
-
de tweeling (tweelingen)
tvillingar-
tvillingar zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor tweeling:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tvillingar | tweeling; tweelingen |
Verwante woorden van "tweeling":
Wiktionary: tweeling
tweeling
Cross Translation:
noun
-
twee wezens die met zijn tweeën tegelijk in één buik ontwikkeld zijn
- tweeling → tvillingar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tweeling | → tvilling | ↔ twin — either of two people who shared the same uterus, or of two similar or closely related objects |