Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. steenrijk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor steenrijk (Nederlands) in het Zweeds

steenrijk:

steenrijk bijvoeglijk naamwoord

  1. steenrijk (schatrijk)
    tät; välbärgad; välbärgat; stormrikt; stenrikt

Vertaal Matrix voor steenrijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stenrikt schatrijk; steenrijk
stormrikt schatrijk; steenrijk
tät schatrijk; steenrijk kapitaalkrachtig
välbärgad schatrijk; steenrijk gegoed; in goeden doen; welgesteld
välbärgat schatrijk; steenrijk gegoed; in goeden doen; kapitaalkrachtig; welgesteld

Verwante woorden van "steenrijk":

  • steenrijke

Wiktionary: steenrijk


Cross Translation:
FromToVia
steenrijk stormrik richissimetrès riche.