Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. speer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor speer (Nederlands) in het Zweeds

speer:

speer [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de speer (lans)
    spjut; lans
    • spjut [-ett] zelfstandig naamwoord
    • lans [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor speer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lans lans; speer lancetvisje
spjut lans; speer pijlen; schachten; stelen

Verwante woorden van "speer":

  • speren, speertje, speertjes

Wiktionary: speer

speer
noun
  1. een lange stok met een punt eraan, (werd) gebruikt voor de jacht of oorlogvoering

Cross Translation:
FromToVia
speer spjut Speer — Waffe zum Werfen und Stechen, bestehend aus einer Stange mit einer Spitze (meist aus Metall oder Stein) an einem Ende; leichter als die nur zum Stechen bestimmte Lanze
speer spjut spear — long stick with a sharp tip
speer spjut javelot — Espèce de dard, arme de trait qu’on lancer avec la main.
speer spjut lancearme à long bois, terminer par un fer pointu et qui, au Moyen Âge, était fort grosse vers la poignée.