Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. sluiter:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sluiter (Nederlands) in het Zweeds

sluiter:

sluiter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de sluiter
    slutare; fönsterlucka

Vertaal Matrix voor sluiter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fönsterlucka sluiter blind; luik; vensterluik
slutare sluiter

Verwante woorden van "sluiter":

  • sluiters

Wiktionary: sluiter


Cross Translation:
FromToVia
sluiter slutare shutter — part of a camera