Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. periodiek:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor periodiek (Nederlands) in het Zweeds

periodiek:

periodiek bijvoeglijk naamwoord

  1. periodiek
    periodiskt; periodisk

periodiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de periodiek (tijdschrift; magazine; maandblad; )
    tidskrift; tidning

Vertaal Matrix voor periodiek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tidning bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad courant; dagblad; krant; paperassen
tidskrift bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad blaadje; blad; tijdschrift
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
periodisk periodiek
periodiskt periodiek

Verwante woorden van "periodiek":

  • periodieken, periodieke

Wiktionary: periodiek


Cross Translation:
FromToVia
periodiek periodisk périodique — Qui revient régulièrement dans le temps.