Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- opgeblazen:
- opblazen:
-
Wiktionary:
- opgeblazen → däst
- opblazen → explodera, spränga, uppblåsning
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor opgeblazen (Nederlands) in het Zweeds
opgeblazen:
-
opgeblazen (opgezwollen; opgezet; gezwollen)
-
opgeblazen (bombastisch; hoogdravend; pompeus; gezwollen)
Vertaal Matrix voor opgeblazen:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bombastisk | bombastisch; gezwollen; hoogdravend; opgeblazen; pompeus | |
svulstig | bombastisch; gezwollen; hoogdravend; opgeblazen; pompeus | grootsprakig |
uppsvullen | gezwollen; opgeblazen; opgezet; opgezwollen | |
uppsvullet | gezwollen; opgeblazen; opgezet; opgezwollen |
Verwante woorden van "opgeblazen":
Wiktionary: opgeblazen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opgeblazen | → däst | ↔ bloated — swollen with fluid or gas |
opgeblazen vorm van opblazen:
-
opblazen (overdreven voorstellen; overdrijven; opkloppen; aandikken; opschroeven)
-
opblazen (iets overdreven voorstellen; overdrijven; opkloppen; aandikken)
-
opblazen (laten exploderen)
Conjugations for opblazen:
o.t.t.
- blaas op
- blaast op
- blaast op
- blazen op
- blazen op
- blazen op
o.v.t.
- blies op
- blies op
- blies op
- bliezen op
- bliezen op
- bliezen op
v.t.t.
- heb opgeblazen
- hebt opgeblazen
- heeft opgeblazen
- hebben opgeblazen
- hebben opgeblazen
- hebben opgeblazen
v.v.t.
- had opgeblazen
- had opgeblazen
- had opgeblazen
- hadden opgeblazen
- hadden opgeblazen
- hadden opgeblazen
o.t.t.t.
- zal opblazen
- zult opblazen
- zal opblazen
- zullen opblazen
- zullen opblazen
- zullen opblazen
o.v.t.t.
- zou opblazen
- zou opblazen
- zou opblazen
- zouden opblazen
- zouden opblazen
- zouden opblazen
en verder
- ben opgeblazen
- bent opgeblazen
- is opgeblazen
- zijn opgeblazen
- zijn opgeblazen
- zijn opgeblazen
diversen
- blaas op!
- blaast op!
- opgeblazen
- opblazend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
opblazen (laten exploderen)