Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
affärsmässigt
|
koel; nuchter; zakelijk
|
|
distanserande
|
afstandelijk; koel; koud
|
|
frisk
|
fris; frisjes; koel
|
knappend
|
friskt
|
fris; frisjes; koel
|
blakend; fit; getraind; gezond; knappend
|
frysande
|
koel; koudmakend
|
onder nul; vriezend
|
fräsch
|
fris; koel; luchtig
|
|
fräscht
|
fris; koel; luchtig
|
onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend
|
kallt
|
fris; frisjes; koel
|
bitterkoud; gemoedereerd; guur; hard; hardvochtig; ijskoud; ijzig; kil; koud; kouwelijk; laag van temperatuur; onaandoenlijk; onbarmhartig; ongenadig; steenkoud
|
kylig
|
fris; koel
|
doodgemoedereerd; doodkalm
|
kyligt
|
afstandelijk; fris; koel; koud
|
doodgemoedereerd; doodkalm; gemoedereerd; guur; hard; hardvochtig; kil; knappend; koeltjes; kouwelijk; onbarmhartig; ongenadig
|
kylt
|
gekoeld; koel
|
|
luftigt
|
fris; koel; luchtig
|
|
oberört
|
koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen
|
informeel; voorlopig; vrijblijvend
|
opåverkad
|
koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen
|
|
opåverkat
|
koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen
|
|
otillgänglig
|
geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; terughoudend; terughoudende
|
ontoeschietelijk
|
otillgängligt
|
geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; terughoudend; terughoudende
|
ongenaakbaar; ontoeschietelijk
|
reserverat
|
geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; terughoudend; terughoudende
|
afzijdig; besproken; gesloten; ontoeschietelijk; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam
|
sval
|
fris; koel; luchtig
|
gemoedereerd
|
svalt
|
fris; koel; luchtig
|
doodgemoedereerd; doodkalm
|
systematisk
|
koel; nuchter; zakelijk
|
geregeld; met vast ritme; methodisch; planmatig; regelmatig; stelselmatig; systematisch
|
systematiskt
|
koel; nuchter; zakelijk
|
methodisch; planmatig; stelselmatig; systematisch
|
överlägset
|
afstandelijk; koel; koud
|
aanmatigend; arrogant; geringschattend; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; superieur; trots; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|