Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ijdeltuit:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ijdeltuit (Nederlands) in het Zweeds

ijdeltuit:

ijdeltuit [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de ijdeltuit
    fåfänga; fåfäng varelse

Vertaal Matrix voor ijdeltuit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fåfäng varelse ijdeltuit
fåfänga ijdeltuit eigenwanen; ijdelheid; ijdeltuiterij; inbeeldingen; ingebeeldheden; ingenomendheden; verwaandheden; wuftheid

Verwante woorden van "ijdeltuit":

  • ijdeltuiten

Wiktionary: ijdeltuit


Cross Translation:
FromToVia
ijdeltuit sprätt; snobb Fatzkeumgangssprachlich, abwertend: von sich eingenommene, eitle und arrogante Person