Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gooi:
  2. gooien:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gooi (Nederlands) in het Zweeds

gooi:

gooi [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de gooi (handeling van gooien; worp)
    kasta
    • kasta [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gooi:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kasta gooi; handeling van gooien; worp gesmijt
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kasta afsmijten; afwerpen; gooien; keilen; kelderen; ontdoen; slingeren; smijten; sodemieteren; zakken; zich van iets ontdoen

Verwante woorden van "gooi":


Wiktionary: gooi


Cross Translation:
FromToVia
gooi kast throw — flight of a thrown object

gooi vorm van gooien:

gooien werkwoord (gooi, gooit, gooide, gooiden, gegooid)

  1. gooien (slingeren)
    kasta
    • kasta werkwoord (kastar, kastade, kastat)

Conjugations for gooien:

o.t.t.
  1. gooi
  2. gooit
  3. gooit
  4. gooien
  5. gooien
  6. gooien
o.v.t.
  1. gooide
  2. gooide
  3. gooide
  4. gooiden
  5. gooiden
  6. gooiden
v.t.t.
  1. heb gegooid
  2. hebt gegooid
  3. heeft gegooid
  4. hebben gegooid
  5. hebben gegooid
  6. hebben gegooid
v.v.t.
  1. had gegooid
  2. had gegooid
  3. had gegooid
  4. hadden gegooid
  5. hadden gegooid
  6. hadden gegooid
o.t.t.t.
  1. zal gooien
  2. zult gooien
  3. zal gooien
  4. zullen gooien
  5. zullen gooien
  6. zullen gooien
o.v.t.t.
  1. zou gooien
  2. zou gooien
  3. zou gooien
  4. zouden gooien
  5. zouden gooien
  6. zouden gooien
en verder
  1. is gegooid
  2. zijn gegooid
diversen
  1. gooi!
  2. gooit!
  3. gegooid
  4. gooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

gooien [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de gooien
    kast
    • kast [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gooien:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kast gooien kaste
kasta gesmijt; gooi; handeling van gooien; worp
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kasta gooien; slingeren afsmijten; afwerpen; keilen; kelderen; ontdoen; smijten; sodemieteren; zakken; zich van iets ontdoen
- werpen

Verwante woorden van "gooien":


Synoniemen voor "gooien":


Antoniemen van "gooien":


Verwante definities voor "gooien":

  1. met een zwaai uit je hand loslaten zodat het ergens anders terechtkomt1
    • hij gooide de bal in het net1

Wiktionary: gooien


Cross Translation:
FromToVia
gooien kasta cast — to throw forcefully
gooien kasta pitch — baseball: to throw the ball toward home plate
gooien kasta throw — to cause an object to move rapidly through the air
gooien kasta; vräka jeterlancer avec la main ou de quelque autre manière.