Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. factotum:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor factotum (Nederlands) in het Zweeds

factotum:

factotum [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de factotum (manusje-van-alles)
    tusenkonstnär

Vertaal Matrix voor factotum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tusenkonstnär factotum; manusje-van-alles

Verwante woorden van "factotum":

  • factotums

Wiktionary: factotum


Cross Translation:
FromToVia
factotum allt-i-allo factotum — general servant
factotum faktotum Faktotum — ein langjähriger Angestellter in einem Betrieb, einem Haushalt oder Ähnlichem, der sämtliche Arbeiten erledigt