Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. zweep:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zweep (Nederlands) in het Zweeds

zweep:

zweep [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de zweep
    piska; spö
    • piska [-en] zelfstandig naamwoord
    • spö [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zweep:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
piska zweep
spö zweep karwats; loot; oeverriet; riet; rietstengel; rotan; takje; twijg
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
piska klutsen; vastbinden; vastsjorren

Verwante woorden van "zweep":

  • zwepen

Wiktionary: zweep


Cross Translation:
FromToVia
zweep piska; gissel GeißelPeitsche, Stab mit Riemen oder Schnüren zur Züchtigung
zweep piska Peitsche — längerer biegsamer Stock, an dessen einem Ende eine Schnur oder ein Lederriemen befestigt ist und der insbesondere dazu verwendet wird, Zugtiere anzutreiben, früher aber auch als Instrument zur Züchtigung diente
zweep piska whip — rod or rope