Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zwammen (Nederlands) in het Zweeds
zwammen:
Conjugations for zwammen:
o.t.t.
- zwam
- zwamt
- zwamt
- zwammen
- zwammen
- zwammen
o.v.t.
- zwamde
- zwamde
- zwamde
- zwamden
- zwamden
- zwamden
v.t.t.
- heb gezwamd
- hebt gezwamd
- heeft gezwamd
- hebben gezwamd
- hebben gezwamd
- hebben gezwamd
v.v.t.
- had gezwamd
- had gezwamd
- had gezwamd
- hadden gezwamd
- hadden gezwamd
- hadden gezwamd
o.t.t.t.
- zal zwammen
- zult zwammen
- zal zwammen
- zullen zwammen
- zullen zwammen
- zullen zwammen
o.v.t.t.
- zou zwammen
- zou zwammen
- zou zwammen
- zouden zwammen
- zouden zwammen
- zouden zwammen
diversen
- zwam!
- zwamt!
- gezwamd
- zwammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor zwammen:
Verwante woorden van "zwammen":
zwam:
-
de zwam (paddestoelsoort; champignon)
Vertaal Matrix voor zwam:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
champinjon | champignon; paddestoel; paddestoelsoort; zwam | |
svamp | champignon; paddestoel; paddestoelsoort; zwam | champignons; schimmelplant; spons; tondel |
Verwante woorden van "zwam":
Wiktionary: zwam
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zwam | → svamp | ↔ fungus — any member of the kingdom Fungi |
• zwam | → svamp; sopp | ↔ mushroom — fruiting body of a fungus |
• zwam | → svamp | ↔ Pilz — aus schlauchförmigen Fäden bestehender Organismus ohne Blattgrün (Reich Fungi); hat sowohl Tier, als auch Pflanze Eigenschaften |
• zwam | → svamp | ↔ Pilz — oberirdisch wachsendes Teil eines Pilzes[1] aus fleischigem Stiel und Hut |