Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. zoeker:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zoeker (Nederlands) in het Zweeds

zoeker:

zoeker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zoeker
    sökare
    • sökare [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zoeker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sökare zoeker aanvraagster; aanvrager; aanvragers; rekwestrant; rekwestranten; verzoeker; verzoekers; verzoekster; vraagster; zoekers

Verwante woorden van "zoeker":

  • zoekers, zoekertje, zoekertjes, zoekertjes