Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. zoeken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zoeken (Nederlands) in het Zweeds

zoeken:

zoeken werkwoord (zoek, zoekt, zocht, zochten, gezocht)

  1. zoeken (afzoeken; zien te vinden)
    – proberen het of hem te vinden 1
    söka; leta efter
    • söka werkwoord (söker, sökte, sökt)
    • leta efter werkwoord (letar efter, letade efter, letat efter)
  2. zoeken
    söka
    • söka werkwoord (söker, sökte, sökt)
  3. zoeken
    sökning

Conjugations for zoeken:

o.t.t.
  1. zoek
  2. zoekt
  3. zoekt
  4. zoeken
  5. zoeken
  6. zoeken
o.v.t.
  1. zocht
  2. zocht
  3. zocht
  4. zochten
  5. zochten
  6. zochten
v.t.t.
  1. heb gezocht
  2. hebt gezocht
  3. heeft gezocht
  4. hebben gezocht
  5. hebben gezocht
  6. hebben gezocht
v.v.t.
  1. had gezocht
  2. had gezocht
  3. had gezocht
  4. hadden gezocht
  5. hadden gezocht
  6. hadden gezocht
o.t.t.t.
  1. zal zoeken
  2. zult zoeken
  3. zal zoeken
  4. zullen zoeken
  5. zullen zoeken
  6. zullen zoeken
o.v.t.t.
  1. zou zoeken
  2. zou zoeken
  3. zou zoeken
  4. zouden zoeken
  5. zouden zoeken
  6. zouden zoeken
diversen
  1. zoek!
  2. zoekt!
  3. gezocht
  4. zoekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

zoeken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. zoeken
    sökande
  2. zoeken (bladeren; browsen)
    bläddra
    • bläddra werkwoord (bläddrar, bläddrade, bläddrat)

Vertaal Matrix voor zoeken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sökande zoeken aanvrager; aanzoeker; aspirant; aspirante; aspiranten; gegadigde; geinteresseerde; kandidaat; kandidaatsstelling; kandidate; kandidatuur; reflectant; rekwestrant; verzoeker
sökning zoeken doorzoeking; speurtocht; zoektocht
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bläddra bladeren; browsen; zoeken bladeren; ombladeren; omkeren; omslaan
leta efter afzoeken; zien te vinden; zoeken naspeuring doen; op zoek zijn naar; rechercheren; snuffelen; speuren
söka afzoeken; zien te vinden; zoeken grondig doorzoeken; uitkammen; vinden

Antoniemen van "zoeken":


Verwante definities voor "zoeken":

  1. proberen het of hem te vinden1
    • ik ben mijn armband kwijt, ik heb overal gezocht1
  2. proberen het te krijgen1
    • hij zoekt werk1

Wiktionary: zoeken

zoeken
verb
  1. proberen te vinden

Cross Translation:
FromToVia
zoeken söka; leta look — to search
zoeken söka look for — search; seek
zoeken genomsöka; söka search — to look throughout (a place) for something
zoeken söka; leta search — (followed by "for") to look thoroughly
zoeken söka seek — to try to find
zoeken söka; leta suchentransitiv, auch mit nach: sich bemühen, etwas oder jemanden zu finden, das oder der verloren oder versteckt ist
zoeken leta; söka chercher — Se donner du mouvement, du soin, de la peine pour découvrir quelqu’un ou quelque chose (Sens général)
zoeken leta; söka raillerplaisanter quelqu’un ou quelque chose, lui parler ou en parler avec moquerie.
zoeken söka om igen rechercher — (1)

Verwante vertalingen van zoeken