Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. zindelijkheid:
  2. zindelijk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zindelijkheid (Nederlands) in het Zweeds

zindelijkheid:

zindelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de zindelijkheid
    kiss tränad

Vertaal Matrix voor zindelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kiss tränad zindelijkheid

Verwante woorden van "zindelijkheid":


Wiktionary: zindelijkheid


Cross Translation:
FromToVia
zindelijkheid toaletträning toilet training — The act of training a young child to use the toilet

zindelijk:

zindelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. zindelijk (proper; schoon)
    ordentligt; prydlig; prydligt

Vertaal Matrix voor zindelijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ordentligt proper; schoon; zindelijk gepast; geschikte; goed geordend; keurig; netjes; welgeordend
prydlig proper; schoon; zindelijk decoratief; gelikt; gepast; keurig; netjes; picobello; piekfijn; proper; sec; tiptop; zorgvuldig
prydligt proper; schoon; zindelijk decoratief; gelikt; gepast; keurig; kittig; netjes; picobello; piekfijn; proper; sec; tiptop; zorgvuldig

Verwante woorden van "zindelijk":


Wiktionary: zindelijk


Cross Translation:
FromToVia
zindelijk rumsren housebroken — trained to avoid urinating or defecating in the house
zindelijk simpel; gedigen; idel; lutter; oblandad; pur; ram; ren; absolut pur — Qui est sans mélange.