Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zepen (Nederlands) in het Zweeds
zepen:
-
zepen (inzepen)
Conjugations for zepen:
o.t.t.
- zeep
- zeept
- zeept
- zepen
- zepen
- zepen
o.v.t.
- zeepte
- zeepte
- zeepte
- zeepten
- zeepten
- zeepten
v.t.t.
- heb gezeept
- hebt gezeept
- heeft gezeept
- hebben gezeept
- hebben gezeept
- hebben gezeept
v.v.t.
- had gezeept
- had gezeept
- had gezeept
- hadden gezeept
- hadden gezeept
- hadden gezeept
o.t.t.t.
- zal zepen
- zult zepen
- zal zepen
- zullen zepen
- zullen zepen
- zullen zepen
o.v.t.t.
- zou zepen
- zou zepen
- zou zepen
- zouden zepen
- zouden zepen
- zouden zepen
diversen
- zeep!
- zeept!
- gezeept
- zepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor zepen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tvåla | inzepen; zepen | |
tvåla in | inzepen; zepen |
Verwante woorden van "zepen":
zeep:
Vertaal Matrix voor zeep:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tvål | zeep |
Verwante woorden van "zeep":
Verwante definities voor "zeep":
Wiktionary: zeep
zeep
Cross Translation:
noun
-
substantie met een ontvettende werking
- zeep → tvål
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zeep | → tvål | ↔ Seife — ein wasserlösliches Reinigungsmittel für Körperhygiene |
• zeep | → tvål | ↔ soap — substance |
• zeep | → såpa; tvål | ↔ savon — cosmétologie|fr produit basique obtenu par la combinaison d’un acide gras avec un alcali et qui servir à blanchir le linge, à nettoyer, à dégraisser. |