Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zelfverzekerdheid (Nederlands) in het Zweeds
zelfverzekerdheid:
-
de zelfverzekerdheid (zelfvertrouwen; vastberadenheid; zekerheid; stelligheid)
-
de zelfverzekerdheid (zelfbewustheid)
Vertaal Matrix voor zelfverzekerdheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
självförtroende | stelligheid; vastberadenheid; zekerheid; zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid | |
självsäkerhet | zelfbewustheid; zelfverzekerdheid | |
självtillit | stelligheid; vastberadenheid; zekerheid; zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
självsäkerhet | doelbewust |
Verwante woorden van "zelfverzekerdheid":
zelfverzekerdheid vorm van zelfverzekerd:
-
zelfverzekerd
Vertaal Matrix voor zelfverzekerd:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
självsäker | zelfverzekerd | assertief; zelfbewust |
självsäkert | zelfverzekerd | assertief; zelfbewust |