Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. zelfbediening:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zelfbediening (Nederlands) in het Zweeds

zelfbediening:

zelfbediening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de zelfbediening
    självbetjäning; självservering
  2. de zelfbediening
    självbetjäning

Vertaal Matrix voor zelfbediening:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
självbetjäning zelfbediening self-service
självservering zelfbediening cafetaria's

Wiktionary: zelfbediening


Cross Translation:
FromToVia
zelfbediening självbetjäning self-service — the practice of serving oneself