Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- zedigheid:
- zedig:
-
Wiktionary:
- zedigheid → kyskhet, renhet, anspråkslöshet, blygsamhet
- zedig → blygsam
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zedigheid (Nederlands) in het Zweeds
zedigheid:
-
de zedigheid (ingetogenheid)
-
de zedigheid (onbevlektheid; kuisheid; reinheid; onschuldigheid; onbezoedeldheid)
Vertaal Matrix voor zedigheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
blygsamhet | ingetogenheid; zedigheid | bescheidenheid; bleuheid; pretentieloosheid |
oskuld | kuisheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; reinheid; zedigheid | maagdelijkheid; ongereptheid; virginiteit |
oskyldig | kuisheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; reinheid; zedigheid | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
oskyldig | naief; onnozel; onschuldig; schuldeloos; schuldloos |
Verwante woorden van "zedigheid":
zedig:
-
zedig (deugdzaam; eerzaam)
respektabelt; ren; respektabel; rent; ärligt; artigt; aktansvärt; aktansvärd-
respektabelt bijvoeglijk naamwoord
-
ren bijvoeglijk naamwoord
-
respektabel bijvoeglijk naamwoord
-
rent bijvoeglijk naamwoord
-
ärligt bijvoeglijk naamwoord
-
artigt bijvoeglijk naamwoord
-
aktansvärt bijvoeglijk naamwoord
-
aktansvärd bijvoeglijk naamwoord
-
-
zedig (kuis; eerbaar)