Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- zalig:
-
Wiktionary:
- zalig → förtjusande, ljuvlig, utsökt, delikat
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zalig (Nederlands) in het Zweeds
zalig:
-
zalig (goddelijk; heerlijk; paradijselijk; verrukkelijk; hemels)
-
zalig (verrukkelijk; mieters; heerlijk)
-
zalig (verheerlijkt; heilig; glorierijk)
fantastiskt; utomordentligt; underbart; fantastisk; härlig; praktfullt; underbar; härligt-
fantastiskt bijvoeglijk naamwoord
-
utomordentligt bijvoeglijk naamwoord
-
underbart bijvoeglijk naamwoord
-
fantastisk bijvoeglijk naamwoord
-
härlig bijvoeglijk naamwoord
-
praktfullt bijvoeglijk naamwoord
-
underbar bijvoeglijk naamwoord
-
härligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
zalig (reuzelekker; smakelijk; heerlijk; lekker; kostelijk; verrukkelijk; hemels; overheerlijk)
-
zalig (zielsgelukkig; gelukzalig; verrukt)
Vertaal Matrix voor zalig:
Verwante woorden van "zalig":
Computer vertaling door derden: