Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. zakelijkheid:
  2. zakelijk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zakelijkheid (Nederlands) in het Zweeds

zakelijkheid:

zakelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de zakelijkheid
    säkerligen

Vertaal Matrix voor zakelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
säkerligen zakelijkheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
säkerligen beslist; echt; effectief; heel zeker; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk

Verwante woorden van "zakelijkheid":


zakelijkheid vorm van zakelijk:

zakelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. zakelijk (nuchter; koel)
    affärsmässigt; systematiskt; systematisk

Vertaal Matrix voor zakelijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affärsmässigt koel; nuchter; zakelijk
systematisk koel; nuchter; zakelijk geregeld; met vast ritme; methodisch; planmatig; regelmatig; stelselmatig; systematisch
systematiskt koel; nuchter; zakelijk methodisch; planmatig; stelselmatig; systematisch

Verwante woorden van "zakelijk":

  • zakelijkheid, zakelijker, zakelijkere, zakelijkst, zakelijkste, zakelijke