Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. worpen:
  2. worp:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor worpen (Nederlands) in het Zweeds

worpen:

worpen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de worpen (pasgeboren dieren; nesten)
    soppor
    • soppor zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor worpen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
soppor nesten; pasgeboren dieren; worpen

Verwante woorden van "worpen":


worpen vorm van worp:

worp [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de worp (handeling van gooien; gooi)
    kasta
    • kasta [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor worp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kasta gooi; handeling van gooien; worp gesmijt
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kasta afsmijten; afwerpen; gooien; keilen; kelderen; ontdoen; slingeren; smijten; sodemieteren; zakken; zich van iets ontdoen

Verwante woorden van "worp":


Wiktionary: worp


Cross Translation:
FromToVia
worp kull litter — animals born in one birth
worp kast pitch — the act of pitching a baseball
worp kast throw — flight of a thrown object