Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. winkelzaak:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor winkelzaak (Nederlands) in het Zweeds

winkelzaak:

winkelzaak [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de winkelzaak (winkel; zaak)
    affär
    • affär [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor winkelzaak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affär winkel; winkelzaak; zaak aangelegenheid; affaire; deal; geval; kwestie; transactie; verkoop; winkelruimte; zaak

Verwante woorden van "winkelzaak":

  • winkelzaken