Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. willig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor willig (Nederlands) in het Zweeds

willig:

willig bijvoeglijk naamwoord

  1. willig (dienstwillig; dienstbaar)
    tjänstvillig; foglig; fogligt; följsamt; tjänstvilligt

Vertaal Matrix voor willig:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tjänstvillig dienstig zijn
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
foglig dienstbaar; dienstwillig; willig berustend; gedwee; gelaten; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; lijdelijk; lijdzaam; meegaand; onderworpen; plooibaar; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; vormbaar; vouwbaar
fogligt dienstbaar; dienstwillig; willig berustend; gedwee; gelaten; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; lijdelijk; lijdzaam; meegaand; onderworpen; plooibaar; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; vormbaar; vouwbaar
följsamt dienstbaar; dienstwillig; willig gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend
tjänstvillig dienstbaar; dienstwillig; willig behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk
tjänstvilligt dienstbaar; dienstwillig; willig behulpzaam; bereidwillig; dienstvaardig; gedienstig; genegen; inschikkelijk; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend

Verwante woorden van "willig":

  • willigheid, willigst, willigste, willige

Wiktionary: willig


Cross Translation:
FromToVia
willig tillmötesgående complaisant — willing to do what pleases others