Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- wil:
- willen:
-
Wiktionary:
- wil → vilja
- wil → vilja, önskan, viljekraft, viljeyttring
- willen → vilja
- willen → tänka, vilja, önska
-
Gebruikers suggesties voor wil:
- vill
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wil (Nederlands) in het Zweeds
wil:
-
de wil (laatste wens)
sista önskan-
sista önskan zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor wil:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sista önskan | laatste wens; wil |
Verwante woorden van "wil":
Verwante definities voor "wil":
Wiktionary: wil
wil
Cross Translation:
noun
-
de bereidheid of zin om iets te doen
- wil → vilja
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wil | → vilja | ↔ Wille — ein alle Handlungen bestimmendes Streben |
• wil | → vilja | ↔ volition — A conscious choice or decision. |
• wil | → vilja; önskan | ↔ will — intent or volition |
• wil | → vilja | ↔ gré — volonté, caprice, fantaisie. |
• wil | → vilja; viljekraft; viljeyttring; önskan | ↔ volonté — faculté de vouloir, de se déterminer à quelque chose. |
wil vorm van willen:
Conjugations for willen:
o.t.t.
- wil
- wilt
- wil/wilt
- willen
- willen
- willen
o.v.t.
- wilde
- wilde
- wilde
- wilden
- wilden
- wilden
v.t.t.
- heb gewild
- hebt gewild
- heeft gewild
- hebben gewild
- hebben gewild
- hebben gewild
v.v.t.
- had gewild
- had gewild
- had gewild
- hadden gewild
- hadden gewild
- hadden gewild
o.t.t.t.
- zal willen
- zult willen
- zal willen
- zullen willen
- zullen willen
- zullen willen
o.v.t.t.
- zou willen
- zou willen
- zou willen
- zouden willen
- zouden willen
- zouden willen
diversen
- wil!
- wilt!
- gewild
- willend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor willen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
måste | aandrang; drang; moeten; must; vereiste | |
vilja | doel; intentie; laatste wil; moedwil; nut; opzet; plan; testament; uiterste wilsbeschikking; voornemen; zin | |
önska | begeerte; heftig verlangen; lust | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
behöva | believen; moeten; willen | behoeven; benodigen; hoeven; nodig hebben |
få | believen; moeten; willen | halen; mogen; onverlangd krijgen; opdoen; oplopen; pakken |
måste | believen; moeten; willen | |
vilja | wensen; willen | |
önska | wensen; willen | begeren; hunkeren; sterk verlangen; toewensen; verlangen |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
få | weinig | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
få | luttel; weinig | |
måste | cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; per se; vereist |
Verwante woorden van "willen":
Verwante definities voor "willen":
Wiktionary: willen
willen
Cross Translation:
verb
-
iets als verlangen hebben
- willen → vilja
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• willen | → tänka | ↔ mean — to intend; plan on doing |
• willen | → vilja | ↔ want — desire |
• willen | → önska | ↔ wish — to hope for an outcome |
• willen | → vilja | ↔ vouloir — Avoir l’intention, la volonté de faire quelque chose, s’y déterminer. (Sens général) |