Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wezen (Nederlands) in het Zweeds

wezen:

wezen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het wezen (persoon; individu; sterveling; mens)
    person; människa; varelse; individ
    • person [-en] zelfstandig naamwoord
    • människa [-en] zelfstandig naamwoord
    • varelse [-en] zelfstandig naamwoord
    • individ [-en] zelfstandig naamwoord
  2. het wezen (mens; persoon; mensenkind; iemand; individu)
    människa; individ; person
    • människa [-en] zelfstandig naamwoord
    • individ [-en] zelfstandig naamwoord
    • person [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wezen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
individ iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; sterveling; wezen eenling; enkeling; figuur; individu; type
människa iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; sterveling; wezen mens; menselijk wezen
person iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; sterveling; wezen figuur; individu; type
varelse individu; mens; persoon; sterveling; wezen creatuur; schepsel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- zijn

Verwante woorden van "wezen":

  • wezens, wezentje, wezentjes, wees

Synoniemen voor "wezen":


Verwante definities voor "wezen":

  1. wat iets of iemand maakt tot wat hij is1
    • in wezen is hij geen kwade vent1
  2. wie leeft en beweegt1
    • mensen en dieren zijn levende wezens1
  3. een werkelijkheid vormen, bestaan1
    • jij mag er wezen, hoor kind1

Wiktionary: wezen


Cross Translation:
FromToVia
wezen vara; finnas; sitta; stå; ligga be — occupy a place
wezen väsen; varelse being — a living being
wezen varelse creature — A creature
wezen art; natur natureensemble des êtres et des choses, univers. Ensemble en tant qu’ordonné et régir par des lois.
wezen väsen êtreexistence, c’est-à-dire le fait d’exister, au sens abstrait.

wees:

wees [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de wees (weeskind)
    hittebarn; föräldralöst barn
  2. de wees
  3. de wees

Vertaal Matrix voor wees:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
föräldralöst barn wees; weeskind
hittebarn wees; weeskind vondeling
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
överbliven wees

Verwante woorden van "wees":


Wiktionary: wees


Cross Translation:
FromToVia
wees föräldralöst barn orphan — person whose (parent or) parents have died

wezen vorm van wijzen:

wijzen werkwoord (wijs, wijst, wees, wezen, gewezen)

  1. wijzen (attenderen)
    indikera; peka ut; visa ut; dra uppmärksamhet till
    • indikera werkwoord (indikerar, indikerade, indikerat)
    • peka ut werkwoord (pekar ut, pekade ut, pekat ut)
    • visa ut werkwoord (visar ut, visade ut, visat ut)
    • dra uppmärksamhet till werkwoord (drar uppmärksamhet till, drog uppmärksamhet till, dragit uppmärksamhet till)
  2. wijzen (iets aanwijzen; aanduiden; indiceren; aangeven)
    precisera; noggrant ange; sätta fingret på
    • precisera werkwoord (preciserar, preciserade, preciserat)
    • noggrant ange werkwoord (noggrant anger, noggrant angav, noggrant angivit)
    • sätta fingret på werkwoord (sätter fingret på, satte fingret på, satt fingret på)

Conjugations for wijzen:

o.t.t.
  1. wijs
  2. wijst
  3. wijst
  4. wijzen
  5. wijzen
  6. wijzen
o.v.t.
  1. wees
  2. wees
  3. wees
  4. wezen
  5. wezen
  6. wezen
v.t.t.
  1. heb gewezen
  2. hebt gewezen
  3. heeft gewezen
  4. hebben gewezen
  5. hebben gewezen
  6. hebben gewezen
v.v.t.
  1. had gewezen
  2. had gewezen
  3. had gewezen
  4. hadden gewezen
  5. hadden gewezen
  6. hadden gewezen
o.t.t.t.
  1. zal wijzen
  2. zult wijzen
  3. zal wijzen
  4. zullen wijzen
  5. zullen wijzen
  6. zullen wijzen
o.v.t.t.
  1. zou wijzen
  2. zou wijzen
  3. zou wijzen
  4. zouden wijzen
  5. zouden wijzen
  6. zouden wijzen
diversen
  1. wijs!
  2. wijst!
  3. gewezen
  4. wijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wijzen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dra uppmärksamhet till attenderen; wijzen
indikera attenderen; wijzen duiden op; wijzen naar; wijzen op
noggrant ange aanduiden; aangeven; iets aanwijzen; indiceren; wijzen
peka ut attenderen; wijzen slecht voorstellen; verketteren
precisera aanduiden; aangeven; iets aanwijzen; indiceren; wijzen detailleren
sätta fingret på aanduiden; aangeven; iets aanwijzen; indiceren; wijzen
visa ut attenderen; wijzen

Verwante woorden van "wijzen":


Verwante definities voor "wijzen":

  1. aanwijzingen vormen dat het zo is1
    • alles wijst erop dat hij gelijk heeft1
  2. hem duidelijk maken waar het is of hoe het moet1
    • hij wijst hem de weg naar zee1
  3. je hand of arm in die richting houden1
    • hij wijst naar de boot in de verte1
  4. zijn aandacht erop vestigen1
    • ik wijs erop dat u de aanvraag volgende week in moet leveren1

Wiktionary: wijzen


Cross Translation:
FromToVia
wijzen peka på point — to extend finger
wijzen peka; visa zeigenauf etwas zeigen: (meist mit dem Finger) in die Richtung von etwas deuten
wijzen uppvisa; utpeka; kora désigner — Traduction à trier
wijzen uppvisa; utpeka indiquermontrer, désigner une personne ou une chose.
wijzen uppvisa montrerfaire voir ; exposer aux regards.

Verwante vertalingen van wezen