Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. werkzaam:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor werkzaam (Nederlands) in het Zweeds

werkzaam:

werkzaam bijvoeglijk naamwoord

  1. werkzaam (arbeidend; actief; bedrijvig; )
    idog; arbetssam

Vertaal Matrix voor werkzaam:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbetssam actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam actief; bedrijvig; bezig; druk
idog actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam actief; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; nijver; noest

Verwante woorden van "werkzaam":


Wiktionary: werkzaam


Cross Translation:
FromToVia
werkzaam verksam; livlig; ivrig; aktiv actif — Qui agir ou qui a la vertu d’agir.
werkzaam verksam agissant — Qui agir, qui se donner beaucoup de mouvement.
werkzaam aktiv effectif — Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel.
werkzaam arbetsam; mödosam; besvärlig laborieux — Qui travaille beaucoup, qui aime le travail.
werkzaam aktiv énergique — Qui a de l’énergie.

Verwante vertalingen van werkzaam