Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. werkgroepen:
  2. werkgroep:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor werkgroepen (Nederlands) in het Zweeds

werkgroepen:

werkgroepen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de werkgroepen
    arbetsgrupper; studiegrupper

Vertaal Matrix voor werkgroepen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbetsgrupper werkgroepen
studiegrupper werkgroepen

Verwante woorden van "werkgroepen":


werkgroepen vorm van werkgroep:

werkgroep [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de werkgroep
    patrull; arbetsgrupp; styrka; grupp; team
    • patrull [-en] zelfstandig naamwoord
    • arbetsgrupp [-en] zelfstandig naamwoord
    • styrka [-en] zelfstandig naamwoord
    • grupp [-en] zelfstandig naamwoord
    • team [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de werkgroep (peer-to-peernetwerk)

Vertaal Matrix voor werkgroep:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbetsgrupp peer-to-peernetwerk; werkgroep
grupp werkgroep aantal personen bijeen; blaaskapel; categorie; classificatie; community; distributiegroep; distributielijst; drom; factie; fanfare; fanfarekorps; gemeente; gezelschap; groep; groep mensen; groepering; harmonie; horde; kapel; kernploeg; klasse; kudde; massa; muziekkorps; partij; ploeg; schaar; schare; suite; team; troep
patrull werkgroep patrouille
styrka werkgroep dynamiek; energie; felheid; fermheid; fiksheid; flinkheid; forsheid; gedrongenheid; kracht; krachtdadigheid; krijgsmacht; leger; legermacht; macht; spierkracht; sterkte; stevigheid; strijdmacht; troepenmacht; vermogen
team werkgroep team
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
peer to peer-nätverk peer-to-peernetwerk; werkgroep

Verwante woorden van "werkgroep":