Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. wel:
  2. wellen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wel (Nederlands) in het Zweeds

wel:

wel bijwoord

  1. wel (welnu)
    jo
    • jo bijvoeglijk naamwoord
  2. wel (jawel)
    verkligen; ja
    • verkligen bijvoeglijk naamwoord
    • ja bijvoeglijk naamwoord

wel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de wel (waterput; bron; put)
    brunn
    • brunn zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brunn bron; put; waterput; wel
ja jawoord
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- betrekkelijk; redelijk; tamelijk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- nogal
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
verkligen inderdaad; ja
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ja jawel; wel ja
jo wel; welnu
verkligen jawel; wel eigenlijk; inderdaad; jawel; jazeker; voorwaar; waarlijk; weliswaar; werkelijk; zeker

Verwante woorden van "wel":


Synoniemen voor "wel":


Antoniemen van "wel":


Verwante definities voor "wel":

  1. behoorlijk, maar niet uitzonderlijk1
    • het was wel leuk op dat feestje1
  2. bevestigen dat het zo is1
    • Jan gaat niet mee, Piet wel1
  3. gezond, in orde1
    • ze voelt zich niet wel1

Wiktionary: wel


Cross Translation:
FromToVia
wel källa spring — water source
wel källa well — spring
wel jo yes — word used to indicate disagreement or dissent in reply to a negative statement
wel brunn; fontän; springvatten fontaine — Translations
wel brunn source — Endroit d’où sort l’eau

wellen:

wellen werkwoord (wel, welt, welde, welden, geweld)

  1. wellen (borrelen)
    bubbla; sprudla
    • bubbla werkwoord (bubblar, bubblade, bubblat)
    • sprudla werkwoord (sprudlar, sprudlade, sprudlat)

Conjugations for wellen:

o.t.t.
  1. wel
  2. welt
  3. welt
  4. wellen
  5. wellen
  6. wellen
o.v.t.
  1. welde
  2. welde
  3. welde
  4. welden
  5. welden
  6. welden
v.t.t.
  1. ben geweld
  2. bent geweld
  3. is geweld
  4. zijn geweld
  5. zijn geweld
  6. zijn geweld
v.v.t.
  1. was geweld
  2. was geweld
  3. was geweld
  4. waren geweld
  5. waren geweld
  6. waren geweld
o.t.t.t.
  1. zal wellen
  2. zult wellen
  3. zal wellen
  4. zullen wellen
  5. zullen wellen
  6. zullen wellen
o.v.t.t.
  1. zou wellen
  2. zou wellen
  3. zou wellen
  4. zouden wellen
  5. zouden wellen
  6. zouden wellen
diversen
  1. wel!
  2. welt!
  3. geweld
  4. wellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wellen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bubbla borrelen; wellen mousseren; opbruisen; sprankelen; tintelen
sprudla borrelen; wellen fonkelen; glimmen; glinsteren
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
bubbla ballon

Verwante woorden van "wellen":


Wiktionary: wellen


Cross Translation:
FromToVia
wellen svetsa weld — to join materials (especially metals) by applying heat

Verwante vertalingen van wel