Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wegvloeien (Nederlands) in het Zweeds
wegvloeien:
-
wegvloeien (afvloeien; wegstromen)
Conjugations for wegvloeien:
o.t.t.
- vloei weg
- vloeit weg
- vloeit weg
- vloeien weg
- vloeien weg
- vloeien weg
o.v.t.
- vloeide weg
- vloeide weg
- vloeide weg
- vloeiden weg
- vloeiden weg
- vloeiden weg
v.t.t.
- ben weggevloeid
- bent weggevloeid
- is weggevloeid
- zijn weggevloeid
- zijn weggevloeid
- zijn weggevloeid
v.v.t.
- was weggevloeid
- was weggevloeid
- was weggevloeid
- waren weggevloeid
- waren weggevloeid
- waren weggevloeid
o.t.t.t.
- zal wegvloeien
- zult wegvloeien
- zal wegvloeien
- zullen wegvloeien
- zullen wegvloeien
- zullen wegvloeien
o.v.t.t.
- zou wegvloeien
- zou wegvloeien
- zou wegvloeien
- zouden wegvloeien
- zouden wegvloeien
- zouden wegvloeien
diversen
- vloei weg!
- vloeit weg!
- weggevloeid
- wegvloeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
wegvloeien (afvloeien; wegstromen)
Vertaal Matrix voor wegvloeien:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bortflytande | afvloeien; wegstromen; wegvloeien | |
bortrinnande | afvloeien; wegstromen; wegvloeien | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rinna bort | afvloeien; wegstromen; wegvloeien |
Computer vertaling door derden: