Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. wegstemmen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wegstemmen (Nederlands) in het Zweeds

wegstemmen:

wegstemmen werkwoord (stem weg, stemt weg, stemde weg, stemden weg, weggestemd)

  1. wegstemmen (verwerpen; afwijzen; verweren; )
    avslå; nerrösta; avvisa
    • avslå werkwoord (avslår, avslog, avslagit)
    • nerrösta werkwoord (nerröstar, nerröstade, nerröstat)
    • avvisa werkwoord (avvisar, avvisade, avvisat)

Conjugations for wegstemmen:

o.t.t.
  1. stem weg
  2. stemt weg
  3. stemt weg
  4. stemmen weg
  5. stemmen weg
  6. stemmen weg
o.v.t.
  1. stemde weg
  2. stemde weg
  3. stemde weg
  4. stemden weg
  5. stemden weg
  6. stemden weg
v.t.t.
  1. heb weggestemd
  2. hebt weggestemd
  3. heeft weggestemd
  4. hebben weggestemd
  5. hebben weggestemd
  6. hebben weggestemd
v.v.t.
  1. had weggestemd
  2. had weggestemd
  3. had weggestemd
  4. hadden weggestemd
  5. hadden weggestemd
  6. hadden weggestemd
o.t.t.t.
  1. zal wegstemmen
  2. zult wegstemmen
  3. zal wegstemmen
  4. zullen wegstemmen
  5. zullen wegstemmen
  6. zullen wegstemmen
o.v.t.t.
  1. zou wegstemmen
  2. zou wegstemmen
  3. zou wegstemmen
  4. zouden wegstemmen
  5. zouden wegstemmen
  6. zouden wegstemmen
diversen
  1. stem weg!
  2. stemt weg!
  3. weggestemd
  4. wegstemmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wegstemmen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avslå afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afkeuren; afstemmen; afwijzen; veroordelen; verwerpen
avvisa afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen afzien van rechtsvervolging; hardvallen; onvriendelijk bejegenen; seponeren; weigeren
nerrösta afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen