Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. weekte:
  2. weken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor weekte (Nederlands) in het Zweeds

weekte:

weekte [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. weekte (slapte)
    svaghet
    • svaghet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor weekte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
svaghet slapte; weekte krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwak punt; zwakheid; zwakte

weken:

weken [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het weken (inweken)
    lägga i blöt

weken werkwoord (week, weekt, weekte, weekten, geweekt)

  1. weken (week maken; ontharden; verweken; zachtmaken; in de week zetten)
    – in water zetten om week te laten worden of om vuil los te maken 1
    låta blöta igenom; blöta igenom
    • låta blöta igenom werkwoord (låter blöta igenom, låt blöta igenom, låtit blöta igenom)
    • blöta igenom werkwoord (blötar igenom, blötte igenom, blött igenom)

Conjugations for weken:

o.t.t.
  1. week
  2. weekt
  3. weekt
  4. weken
  5. weken
  6. weken
o.v.t.
  1. weekte
  2. weekte
  3. weekte
  4. weekten
  5. weekten
  6. weekten
v.t.t.
  1. heb geweekt
  2. hebt geweekt
  3. heeft geweekt
  4. hebben geweekt
  5. hebben geweekt
  6. hebben geweekt
v.v.t.
  1. had geweekt
  2. had geweekt
  3. had geweekt
  4. hadden geweekt
  5. hadden geweekt
  6. hadden geweekt
o.t.t.t.
  1. zal weken
  2. zult weken
  3. zal weken
  4. zullen weken
  5. zullen weken
  6. zullen weken
o.v.t.t.
  1. zou weken
  2. zou weken
  3. zou weken
  4. zouden weken
  5. zouden weken
  6. zouden weken
diversen
  1. week!
  2. weekt!
  3. geweekt
  4. wekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor weken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lägga i blöt inweken; weken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blöta igenom in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken doorweken; inweken
lägga i blöt doorweken
låta blöta igenom in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken

Verwante woorden van "weken":


Verwante definities voor "weken":

  1. in water zetten om week te laten worden of om vuil los te maken1
    • deze spijkerbroeken moet ik eerst weken met Biotex1