Nederlands
Uitgebreide vertaling voor weeklacht (Nederlands) in het Zweeds
weeklacht:
-
de weeklacht (jammerklacht)
Vertaal Matrix voor weeklacht:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
jeremiad | jammerklacht; weeklacht | |
klagande | jammerklacht; weeklacht | beklag; gebrom; gekanker; geklaag; gemekker; gemopper; klacht indienen; smekeling |
klagomål | jammerklacht; weeklacht | bezwaar; grief; het klagen; klacht |
klagovisa | jammerklacht; weeklacht | klaaglied; treurdicht; treurlied; treurzang |
lamentation | jammerklacht; weeklacht | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
klagande | beklagend; brommerig; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; lamenterend; mopperig; negatief; rouwig; treurig; verdrietig; weeklagend; zeurderig |