Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. wanneer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wanneer (Nederlands) in het Zweeds

wanneer:

wanneer bijwoord

  1. wanneer
    när
    • när bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor wanneer:

ConjunctionVerwante vertalingenAndere vertalingen
- als; indien; zo
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
när als; indien; mits
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
när wanneer

Synoniemen voor "wanneer":


Verwante definities voor "wanneer":

  1. geeft een voorwaarde aan, in het geval dat1
    • wanneer Jan mee gaat, ga ik ook mee1
  2. geeft een tijdstip aan1
    • wanneer je komt, is het alweer lente1
  3. geeft een tijd, dag, maand enz. aan1
    • wanneer kom je: dinsdag of woensdag?1

Wiktionary: wanneer

wanneer
adverb
  1. vraagwoord dat naar een tijdstip vraagt

Cross Translation:
FromToVia
wanneer när when — direct question
wanneer när when — at what time
wanneer när; when — at such time as
wanneer när; when — as soon as
wanneer när when — what time; which time
wanneer när wann — zu welchem Zeitpunkt