Nederlands
Uitgebreide vertaling voor waaks (Nederlands) in het Zweeds
waaks:
-
waaks (waakzaam; voorzichtig; alert; hoede; paraat; wakend)
försiktigt; iaktagen; vaken; vaket-
försiktigt bijvoeglijk naamwoord
-
iaktagen bijvoeglijk naamwoord
-
vaken bijvoeglijk naamwoord
-
vaket bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor waaks:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
försiktigt | alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend | bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; clement; goedhartig; mak; mild; omzichtig; voorzichtig; welwillend; zacht; zachtaardig; zorgvuldig |
iaktagen | alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend | |
vaken | alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend | ad rem; alert; oplettend; slagvaardig; uitgeslapen; wakker |
vaket | alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend | ad rem; alert; oplettend; slagvaardig; uitgeslapen; wakker |
Verwante woorden van "waaks":
waaks vorm van waak:
Vertaal Matrix voor waak:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
vaka | waak; wake | dodenwake |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
vaka | waken; wakker blijven; wakker maken; wekken |