Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vrijwaren (Nederlands) in het Zweeds
vrijwaren:
-
vrijwaren
Conjugations for vrijwaren:
o.t.t.
- vrijwaar
- vrijwaart
- vrijwaart
- vrijwaren
- vrijwaren
- vrijwaren
o.v.t.
- vrijwaarde
- vrijwaarde
- vrijwaarde
- vrijwaarden
- vrijwaarden
- vrijwaarden
v.t.t.
- heb gevrijwaard
- hebt gevrijwaard
- heeft gevrijwaard
- hebben gevrijwaard
- hebben gevrijwaard
- hebben gevrijwaard
v.v.t.
- had gevrijwaard
- had gevrijwaard
- had gevrijwaard
- hadden gevrijwaard
- hadden gevrijwaard
- hadden gevrijwaard
o.t.t.t.
- zal vrijwaren
- zult vrijwaren
- zal vrijwaren
- zullen vrijwaren
- zullen vrijwaren
- zullen vrijwaren
o.v.t.t.
- zou vrijwaren
- zou vrijwaren
- zou vrijwaren
- zouden vrijwaren
- zouden vrijwaren
- zouden vrijwaren
diversen
- vrijwaar!
- vrijwaart!
- gevrijwaard
- vrijwarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor vrijwaren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bevaka | vrijwaren | in de gaten houden; in het oog houden; opletten; toekijken; toezien; volgen; waken; waken over |
Wiktionary: vrijwaren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vrijwaren | → försvara; bevara | ↔ gaumen — (transitiv), Schweiz: nicht antasten lassen, schützen, verteidigen |
• vrijwaren | → skydda | ↔ abriter — mettre à l'abri |
• vrijwaren | → beskydda; freda; skydda; värja; värna; lova; garantera; betrygga; försäkra | ↔ assurer — rendre stable. |