Vrijgeven in het Zweeds vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

vrijgeven:
- publicera; avslöja; offentliggöra; släppa fri; låta gå; frisläppning

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vrijgeven (Nederlands) in het Zweeds

vrijgeven (toegankelijk maken; openstellen; openen)
publicera; avslöja; offentliggöra
- publicera werkwoord (publicerar, publicerade, publicerat)
- avslöja werkwoord (avslöjer, avslöjde, avslöjt)
- offentliggöra werkwoord (offentliggör, offentligtgjorde, offentliggjort)
vrijgeven (vrijaf geven)
släppa fri; låta gå
- släppa fri werkwoord (släpper fri, släppte fri, släppt fri)
- låta gå werkwoord (låter gå, låt gå, låtit gå)
vrijgeven
frisläppning
- frisläppning zelfstandig naamwoord

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
frisläppning	vrijgeven	begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avslöja	openen; openstellen; toegankelijk maken; vrijgeven	bloot leggen; blootleggen; klikken; ontdekken; onthullen; ontmaskeren; ontplooien; ontpoppen; ontpoppen als; ontsluieren; ontwaren; opsporen; reveleren; uiteenvouwen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
låta gå	vrijaf geven; vrijgeven	dwingen ontslag te nemen; laten liggen; laten voorbijgaan; voorbijlaten
offentliggöra	openen; openstellen; toegankelijk maken; vrijgeven	aan komen zetten; afkondigen; aflezen; afroepen; bekend maken; bekendmaken; openbaar maken; oplezen; uitbrengen; uitgeven
publicera	openen; openstellen; toegankelijk maken; vrijgeven	openbaren; publiceren; uitbrengen; uitgeven
släppa fri	vrijaf geven; vrijgeven	bevrijden van belegeraars; ontzetten; verlossen
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
publicera		publiceren